Verstrooiing

Hebr. zaraah = zaaien, Gr. diaspora. Als Jezus raadselachtig spreekt over zijn heengaan, wordt het vermoeden uitgesproken dat Hij zich naar de ‘Griekse verstrooiing’ zal begeven, d.w.z. naar de Joden, die in...

Verderver

Mal’aak hammasjchiet, engel van verderf, Gr. ho olothreuoon, de straffende engel die in Egypte als een (tiende) plaag rondgaat (Ex. 12:23; vgl. 1 Kor. 10:10 en Num. 16:47) en het volk van...

Vereerders van God

De godvrezenden die door Paulus in de synagoge onder zijn gehoor worden aangetroffen (Hand. 13:26). Ze zijn geen Joden, maar met het joodse geloof sympathiserende heidenen, die bijvoorbeeld wel de —► sjabbat...

Vergelding

Beloning of straf. De laatste volgt op de overtreding (Hebr. 2:2). Ieder die schade heeft geleden krijgt genoegdoening. De regel van het ‘oog om oog en tand om tand’ is een beperking...