Een extra versterking in een stadsmuur of een aparte burcht of citadel, een machtscentrum of laatste toevlucht in nood (Richt. 8:9, 17;
9:51; Neh. 3:1; Jer. 31:38). Men bouwde ook uitkijktorens in wijngaarden, tegen dieven en schadelijke dieren (Jes. 5:2; Matt. 21:33). De toren van Babel (Gen. 11:1-9) herinnert aan de tempeltorens in het oude Mesopota-mië, met name wellicht aan de Mardoektempel Esagila in Babel, een ver-diepinggebouw met een heiligdom op de bovenste etage.
Categorie: T woorden
-
Toren
-
Tinnoteus
Godvrezende, zoon van een gelovige joodse moeder Eunike, en een Griekse vader; medewerker van Paulus (Hand. 16:1-3) die in het bijzonder gewerkt heeft in Tessalonika (1 Tess. 3:2 v) en Korinte (1 Kor. 4:17; 16:10 v). Twee brieven aan Timoteüs gericht, maken deel uit van de bijbelse canon.