Teken

Het Kaïnsteken is een tatoeëring op het voorhoofd, het merkteken van de stam der Kenieten; het veldteken wijst naar een bepaalde stam of legergroep (Num. 2:2). Heel vaak is het teken een...

Taal

Hebr. lasjoon = tong, sapha = lip, Gr. gloossa = tong, dialektos = gesprek of phonè = geluid, stem. Dat de taal als een goddelijke gave moet worden beschouwd, is de mening...

Tellen

Dit is altijd uit-tellen, bv. koeien en schapen uit de kudde wegtellen en toe-tellen, deze dieren naar een ander toe rekenen (Gen. 32:14 w). De overpriesters telden Judas 30 zilverstukken uit, zij...

Tabernakel

Hebr. ohél mo’eed = tent van ontmoeting of samenkomst,Lat. tabernaculum = hut, taberna = planken huis. De tabernakel is het verplaatsbare heiligdom van Israël in de woestijn, dat buiten het kamp stond...

Teman

Rechts, d.i. zuidelijk. Kleinzoon van Ezau, stamhoofd in Edom (Gen. 36:11, 15, 42). Het is ook de naam van het gebied waar de Temanie-ten wonen (Jer. 49:7; Ez. 25:13; Amos 1:12). Het...

Tabitha

Gazel, Gr. Dorkas, een weldoende discipelin te Joppe die na Petrus’ gebed weer tot leven werd gewekt (Hand. 9:36 w).