Categorie: S woorden

  • Sabbatsjaar

    In Leviticus (26:34 v, 43) en 2 Kronieken (36:21) wordt gesproken over een sjabbat die een jaar duurt. Deze sjabbat, elk 7e jaar, betreft het land dat mag ‘rusten’, braak liggen. Er mag niet geploegd, gezaaid of geoogst worden. Wat vanzelf groeit is voor de behoeftigen en het vee (Ex. 23:10v; Lev. 25:1-7).

  • Samaritanen

    Een rest van het niet-weggevoerde Israël (Efralm) vermengde zich met kolonisten van elders (2 Kon. 17:24; 18:34). Zijn leiders trachtten de herbouw van Jeruzalem in 520 v. Chr. te verhinderen (Ezra 4:2; 9:1 vv).
    De eredienst der Samaritanen is geconcentreerd in de tempel op de berg Gerizim (Joh. 4:21). Hun heilige Schrift bestaat uit de 5 boeken van Mozes. Hun tradities gingen sterk afwijken van die der Joden. ‘Joden gaan niet om met Samaritanen’ (Joh. 4:9). De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan (Luc. 10:25-37) en de prediking van het evangelie aan de Samaritanen (Joh. 4:39-42; Hand. 8:4-25) betekenden een doorbreken van muurvaste posities.