Categorie: S woorden

  • Schild

    Is groot, langwerpig van vorm (Hebr. tsinna, grt. thureos = deur) of rond en dan kleiner (Hebr. mageen, Gr. apsis, SV: rondas), een belangrijk verdedigingsmiddel in de strijd (Richt. 5:8; 1 Sam. 17:7; 1 Kron. 5:18; Ez. 38:4). In overdrachtelijke zin wordt God als beschermer van de gelovigen een schild genoemd (Gen. 15:1; 2 Sam. 22:3; Ps. 3:4) en is het geloof zelf een schild dat vrijwaart van verkeerde en giftige gedachten (Ef. 6:16). Gouden of koperen schilden waren een kostbare en symbolische decoratie van paleis en tempel (2 Sam. 8:7; 1 Kon. 10:17; vgl. Ez. 27:11).

  • Saul

    Afgebedene. De zoon van Kis uit Benjamin die de eerste koning in Israël wordt (1 Sam. 10:1, ±1010 v Chr.). Hij was een door de Geest gedreven aanvoerder, die met succes de Filistijnen bestreed (1 Sam. 13 vv). Maar door een breuk met Samuël werd zijn positie wankel (1 Sam. 13:7-13 vv; 15:1-35). Hij ging David als zijn grote vijand beschouwen, maar joeg tevergeefs op hem (1 Sam. 18 vv). In een grote nederlaag tegen de Filistijnen sneuvelden Sauls zonen, waarna hij zelfmoord pleegde (1 Sam. 31:1-7).
    Saul (Saulus) is ook de joodse naam van Paulus.