Het Oud-Hebreeuwse schrift is aangetroffen op het zegel van Sjema, een knecht van Jerobeam 1 (± 900 v. Chr.), op scherven uit de tijd van Achab (± 860 v. Chr.), op een boerenkalender van Gezer (± 820 v. Chr.), het Siloachopschrift in de tunnel van Hizkia (± 720 v. Chr.). Later is het zgn. Hebreeuwse kwadraatschrift gebruikelijk geworden, dat Jezus blijkens Matt. 5:18 kende (jota).
In de bijbel wordt gesproken over brieven (2 Sam. 11:14; 1 Kon. 21:8), over profetische of priesterlijke uitspraken, die in een boek (rol) worden opgetekend (Ex. 17:14; Joz. 8:31; 2 Sam. 1:18; Jer. 25:13), de 10 woorden of andere geboden, die in steen worden gegrift (Ex. 34:1; Deut. 4:13, 27:8). God openbaart zich niet alleen door het gesproken woord, maar ook door schrift (Ex. 32:16; Deut. 10:4; Dan. 5:7). Het woord ‘Heilige Schrift’, vinden we niet in de bijbel. Wel wordt de geciteerde bijbeltekst plechtig Schrift genoemd (Joh. 7:38; 17:12; Gal. 3:22), maar heten ook de tora of het gehele o.t. ‘de Schriften’ (Matt. 21:42; Luc. 24:45; Joh. 5:39; Rom. 15:4). De joodse indeling van de bijbel: torah, profeten en geschriften vinden we in het evangelie terug als: torah, profeten en psalmen (het belangrijkste van de geschriften, Luc. 24:44).
Categorie: S woorden
-
Schrift
-
Scheidbrief
Een man moest, als hij wilde scheiden van zijn vrouw, haar een scheidingsbrief meegeven (Deut. 24:1; vgl. Jes. 50:1; Jer. 3:8). Waarschijnlijk was de formule van dit document: n.n. is niet mijn vrouw, ik ben niet haar man (Hos. 2:1).
De reden tot echtscheiding: ‘omdat hij iets onbehoorlijks (beschamends) aan haar gevonden heeft’ (Deut. 24:1), is een algemene omschrijving die leidde tot verschillende interpretaties. De school van Sjammai vond, dat hier onkuis gedrag werd bedoeld (vgl. Matt. 19:9). De school van Hillel achtte het beschamende al aanwezig in kleine vergrijpen van een huisvrouw bv. het laten aanbranden van eten! De kwestie was blijkens een vraag aan Jezus in zijn tijd erg omstreden (Matt. 19:3). Jezus sprak in zijn antwoord over hardvochtige mannen (vs 8), en vroeg voor Zijn koninkrijk een geheel andere instelling (Matt. 19:1-9; 5:31; vgl. Mal. 2:14-16). In de bijbelse geschiedenis kennen wij overigens maar weinig voorbeelden van echtscheiding en zeker niet van lichtvaardige (Gen. 21:11 v; 2 Sam. 3:14 vv; Ezra 10:3 vv). Het huwelijk is bedoeld als een permanente gemeenschap (Gen. 2:24) en trouw wordt geprezen (Pred. 9:9; Mal 2:14).