Categorie: S woorden

  • Silo

    Stad in Efralm, vóór de tijd van het koningschap een godsdienstig centrum waar de ark stond. O.a. Eli was er priester en Samuel was zijn dienaar (1 Sam. 1-3). Ook de profeet Achia, de tegenstander van Salomo, kwam ervandaan (1 Kon. 11:29; 14:2).
    Het woord Silo vinden we eveneens in Gen. 49:10, de zegen van Jakob: ‘totdat Silo komt’. De naam is zeer raadselachtig. Er zijn talrijke verklaringen. De oudste: ‘totdat komt wat voor hem bewaard is’ (LXX); ‘tot de echte gezalfde komt’ (Qumran-geschrift); ‘totdat hij, die gezonden wordt, komt’ (Vulgaat).

  • Siloach

    Hebr. Sjieloach, uitzending (Joh. 9:7), uitstroming, Gr. Siloam, een waterloop die de bron Gichon met Jeruzalem verbond (Jes. 8:6). Een onderdeel ervan was de tunnel die ten tijde van Hizkia werd aangelegd (2 Kon. 20:20). Ook de vijver waarin het kanaal uitliep, heette Siloam (Joh. 9:7).