Simson

Hebreeuws: Sjimsjoon = zonnemens, Grieks: Sampsoon. De sterke richter uit Dan die de Filistijnen bestreed (Richt. 13-16; Hebr. 11:32). Hij was een Nazireër (Richt. 13:5).

Sin

Gebied ten w. van de Sinaï op de weg naar Elim (Ex. 16:1; 17:1) en ook de naam van een woestijn in het n. deel van het Sinal-schiereiland (Num. 20:1; 27:14; Deut....

Sinaï

Hebr. Sienaaj, de berg of het gebergte waar God met Israël een verbond sloot en de 10 woorden gaf (Ex. 19:18). De Sinaï wordt ook wel Horeb genoemd (Deut. 1:6), of ook...

Sinear

Hebreeuws: Sjinaar, naam van Babylonië (Gen. 10:10 v). Het land van de toren van Babel (Gen. 11:2), het land ook van de ballingschap (Dan. 1:2; Zach. 5:11).

Sion

Hebreeuws: Tsij-joon. Naam van Jeruzalem, uit de tijd vóór David, de stad der Jebusieten, later stad van David genoemd (2 Sam. 5:7; 1 Kon. 8:1). De naam ging over op de uitbreiding...