Categorie: M woorden

  • Mara

    Bitter. Kampement van Israël gedurende de woestijnreis, bij een bron met zoutachtig of bitter water (Ex. 15:23). Deze naam gaf ook Naomi zich, vanwege het verdriet dat haar overkwam (Ruth 1:20).

  • Meetroede

    Een riet of stok met een lengte van 6 el plus een handbreedte (Maten en Gewichten), d.i. 3,30 m waarmee de kamers en de pleinen van de tempel werden opgemeten (Ez. 40:3, 5; 42:15 w) en ook het nieuwe Jeruzalem (Openb. 21:15). Het meetsnoer is een draad of touw van uiteenlopende lengte waarmee in het bijzonder omtrekken van gebogen of hoekige voorwerpen konden worden berekend (1 Kon. 7:15, 23; Jes. 44:13; Jer. 31:39; KI. 2:8).

  • Maran-atha

    Aramees: ‘Heer, kom.’ (1 Kor. 16:22; vgl. Openb. 22:20).

  • Mefiboseth

    Eig. Meribaal, d.i. mijn heer is Baal (1 Kron. 8:34), meestal genoemd met een naam die schande uitdrukt: Mefibósjet = verbreider van schande (2 Sam. 4:4; 2 Sam. 16:1-4). Hij was zoon van Jonatan, de vriend van David, die vanaf zijn jeugd verlamd was. Hij werd verzorgd aan het hof van David.

  • Maria

    Hebreeuws: Mirjam = de gewenste.

    • De moeder van Jezus (Matt. 1:16; Luc. 2:5) en als zodanig hooggeëerd (Hand. 1:14). Niet Jozef, maar Maria geeft de 12-jarige Jezus een standje (Luc. 2:48) en zij is het ook, die op het bruiloftsfeest in Kana haar zoon meedeelt dat de wijn op is en denkt dat Jezus kan helpen (Joh. 2:3 vv). Jezus vertrouwt de zorg voor Maria aan Johannes toe (Joh. 19:27), maar distantieert zich van haar door de discipelen of de gemeente zijn moeder te noemen (Matt. 12:49).
    • Maria Magdalena, of ”van Magdala” was een volgelinge van de Heer Jezus, die haar van zeven boze geesten bevrijdde (Luc. 8:2). Ze kwam uit de plaats Magdala in Galilea. Zij staat bij het kruis en het graf en ontmoet in de tuin als eerste de opgestane HEER (Matt. 27:56; 27:61; 28:1; Joh.20:l, 11, 18).
    • De zuster van Marta en Lazarus in Betanië (Luc. 10:39; Joh. 11:2).
    • De moeder van Jakobus en Joses en van Kleopas (?) die ook bij het kruis en het graf van Jezus is (Matt. 27:56, 61; 28:1; Joh. 19:25).
    • De moeder van Johannes Marcus (Hand. 12:12).
  • Megiddo

    Oude Kanaanitische vesting (Joz, 12:21; Richt. 5:19) in de vlakte van Jizreël, toevluchtsoord voor de gewonde Achazja van Juda (2 Kon. 9:27) en uitvalsbasis van Josia in de strijd met de farao Necho (2 Kon. 23:29 v) Armageddon.

  • Maher-Schalal, Chazbaz

    Haastig buit, spoedig roof. Symbolische naam van de zoon van de profeet Jesaja (Jes. 8:1-4).