Mefiboseth

Eig. Meribaal, d.i. mijn heer is Baal (1 Kron. 8:34), meestal genoemd met een naam die schande uitdrukt: Mefibósjet = verbreider van schande (2 Sam. 4:4; 2 Sam. 16:1-4). Hij was zoon...

Maria

Hebreeuws: Mirjam = de gewenste. De moeder van Jezus (Matt. 1:16; Luc. 2:5) en als zodanig hooggeëerd (Hand. 1:14). Niet Jozef, maar Maria geeft de 12-jarige Jezus een standje (Luc. 2:48) en...

Megiddo

Oude Kanaanitische vesting (Joz, 12:21; Richt. 5:19) in de vlakte van Jizreël, toevluchtsoord voor de gewonde Achazja van Juda (2 Kon. 9:27) en uitvalsbasis van Josia in de strijd met de farao...

Markus

Romeinse naam van de medewerker van Paulus die voluit Johannes (= Jochanan = God is genadig) Marcus (afgeleid van de naam van de god Mars) heette (Hand. 12:12, 25; 15:37; vgl. 13:5,...