Bekend zijn de handmolen, bestaande uit twee op elkaar liggende stenen, waarvan de bovenste door middel van een handvat over de onderste gewreven werd (Job. 41:15; Num. 11:8; Jes. 47:2; Matt. 24:41); en de zeismolen, die van groter formaat was (Richt. 16:21; waarschijnlijk Matt. 18:6; Openb. 18:21). Men maalde elke dag de benodigde hoeveelheid broodkoren (Ex. 11:5), daarom mocht de bovenste steen nooit verpand worden (Deut. 24:6).
Categorie: M woorden
-
Midjanieten
Volk van Midjan = twist, gericht, nazaten van Abraham en Ketura (Gen. 25:2), Bedoeïenen, kameelnomaden (Richt. 6:6; 8:21; Jes. 60:6), van wie de Israëlieten veel last ondervonden (Richt. 6:3 w; Jes. 9:3). Toen Mozes uit Egypte vluchtte, stelde hij zich onder bescherming van de Midjanieten met name van Jetro (Ex. 2:15 vv).