Volk van Midjan = twist, gericht, nazaten van Abraham en Ketura (Gen. 25:2), Bedoeïenen, kameelnomaden (Richt. 6:6; 8:21; Jes. 60:6), van wie de Israëlieten veel last ondervonden (Richt. 6:3 w; Jes. 9:3). Toen Mozes uit Egypte vluchtte, stelde hij zich onder bescherming van de Midjanieten met name van Jetro (Ex. 2:15 vv).
Categorie: M woorden
-
Moloch
De god der Ammonieten (1 Kon. 11:7), aan wie kinderen werden geofferd bij de Tofet (2 Kon. 23:10; Jer. 32:35; vgl. Am. 5:26 en Hand. 7:43). De naam is een scheldnaam want het woord melek (= koning) werd voorzien van de klinkers van bosjet (= schande). Het verbod van het kinderoffer vinden we in Lev. 18:21 en 20:2, 5. O.a. Achaz en Manasse overtraden het (2 Kon. 16:3; 21:6).