Leiden

De herder leidt zijn kudde. Omdat Mozes herder was geweest, kon hij leider van een volk worden (Ex. 3:1, 10). Daarbij ligt het accent op het bevrijdend aspect ervan: hij leidde het...

Lenen

Men moet zich erbarmen over de behoeftige (Ps. 37:26; 112:5; Spr. 19:17) en hem geld of gereedschappen lenen zonder hoop op winst (Ex. 22:24 w; Deut. 15:7-9). Niettemin waren er woekeraars en...

Landbouwer

Hebr. iesj-ha-adama = akkerman, zoals Kaïn en Noach (Gen. 4:2; 9:20). De Israëlieten die als half-nomaden in de woestijn leefden, leerden op den duur het land Kanaan te bewerken. Op de berghellingen...

Lankmoedig

Hebr. èrèk appajjiem = lange adem; een driftig kort aangebonden mens heeft een snelle adem. De verstandige bedwingt zijn lippen (Spr. 10:19). Een lankmoedige doet de strijd bedaren (Spr. 15:18). ‘De liefde...

Laodicéa

Recht van het volk. Stad in Frygië. In Openb. 1:11 genoemd als één der zeven gemeenten in Klein-Azië. Paulus heeft een (verloren gegane) brief aan deze gemeente geschreven (Kol. 4:16). Die van...