Categorie: L woorden

  • Hebr. iesj-ha-adama = akkerman, zoals Kaïn en Noach (Gen. 4:2; 9:20). De Israëlieten die als half-nomaden in de woestijn leefden, leerden op den duur het land Kanaan te bewerken. Op de berghellingen werden wijngaarden aangelegd (Jes. 5:1 vv; 1 Kon. 21; wijngaardeniers, 2 Kon. 25:12).Waar bronnen ontbraken en regenval te…

  • Hebr. èrèk appajjiem = lange adem; een driftig kort aangebonden mens heeft een snelle adem. De verstandige bedwingt zijn lippen (Spr. 10:19). Een lankmoedige doet de strijd bedaren (Spr. 15:18). ‘De liefde is lankmoedig’ (1 Kor. 13:4). In het bijzonder wordt van God gezegd, dat Hij lankmoedig is (Ex. 34:6;…