Het witte gebergte, in het huidige Libanon (Deut. 1:7; Joz. 1:4; 11:17). Er valt veel regen en sneeuw (Jes. 35:2) en men trof er uitgestrekte bossen aan, vooral van cederbomen (2 Kon. 19:23; Jes. 2:13), waarvan het hout zeer gezocht was (1 Kon. 7:2 vv; Jes. 14:8).
Categorie: L woorden
-
Lachen
In het geboorteverhaal van Isaak wordt herhaaldelijk gezegd, dat er gelachen wordt. Het is een ongelovig (Gen. 17:17; 18:12) of een vrolijk superieur lachen (Gen. 21:6; vgl. Job 39:10, 25; 41:20). Deze laatste kwalificatie is ook toepasselijk op het lachen van Hem die in de hemel troont (Ps. 2:4). Jezus wijst op het lachen als tegenstelling van huilen en pijn lijden (Luc. 6:21, 25).