Categorie: L woorden

  • Hebr. more: hij die onderricht, of chakam = wijze, Gr. didaskalos. Jezus zat temidden van de leraren en was zelf ook een tora-leraar (Luc. 2:46; Joh. 3:2). Hij wordt met ‘meester’ aangesproken en heeft discipelen (Matt. 22:16; Luc. 5:5; 8:24; 17:13). Leraren, als officieel aangestelde onderwijzers, worden reeds ten tijde…

  • Gr. pseudos. Men kan niet alleen een leugen zeggen (Ex. 20:16), maar ook doen (Openb. 21:27; 22:15), nl. door verraderlijk te handelen (2 Sam. 18:13), God ontkennen (Jer. 5:12), zich uitgeven voor wat men niet is (Jer. 14:14 v). Alles wat ‘leugen’ heet is tegelijk ook ‘waardeloos’, een ‘niets’ (Amos…