Gr. kleros, vaststelling, bepaling, toedeling. Het lot wordt in bepaalde gevallen gebruikt als Godsspraak, om koning of apostel aan te wijzen (1 Sam. 10:20 vv; Hand. 1:26), uitsluitsel te verkrijgen over de verdeling van het land (Ps. 16:5; Mi. 2:5), een schuldige te vinden (Joz. 7:13 vv; 1 Sam. 14:36 vv). Jezus’ kleding werd verdeeld door het werpen van het lot (Mare. 15:24; Joh. 19:24). Hoe er precies geloot werd, is niet gemakkelijk te achterhalen. We horen over het schudden van loten in een orakeltas van het priestergewaad (Spr. 16:33), en over Uriem en Tummiem, die als gunstig of ongunstig teken werden opgevat (Ex. 28:30).
Categorie: L woorden
-
Legerplaats
Het beschermde kamp van de kinderen Israëls gedurende de woestijntocht, waarin iedere stam zijn vaste plaats had (Ex. 19:16; Num. 1:52). In deze legerplaats vertoefde ook de HEER zelf. Daarom is het kamp heilig. Er zal niets onbehoorlijks aangetroffen mogen worden (Deut. 23:14; vgl. Lev. 4:12; Hebr. 13:11). Een opsomming van de legerplaatsen, waar Mozes en de zijnen zich legerden, vinden we in Num. 33. Daarnaast horen we over de kampen waar legers, die ten strijde trekken, zich verzamelen, en eventueel terugkeren (Richt. 7:1; 1 Sam. 4:3; Openb. 20:9). Het woord wagenburg (1 Sam. 17:20; 26:5) doet veronderstellen, dat de tenten der soldaten werden omgeven door een barricade van wagens. Om te herinneren aan de oude trektocht van het volk samen met zijn God, wordt de tempel van Jeruzalem en ook Jeruzalem zelf een ‘legerplaats van de HEER’ genoemd (2 Kron. 31:2; Hebr. 13:13).