Categorie: K woorden

  • Kruis

    Gr. stauros = paal, Lat. crux. Het hangen aan een kruis is een doodstraf in de Hellenistisch-Romeinse tijd. Deze vorm van executie werd o.a. toegepast op rovers en opstandelingen. Voordat Jezus gekruisigd werd op Golgota, werd Simon van Cyrene geprest voor hem het kruis te dragen. Hij werd aan de fatale schandpaal gehangen, samen met twee rovers (Matt. 27:32-38). Discipelen moeten bereid zijn het kruis te dragen, in de navolging van de Christus (Mare. 8:34; Matt. 10:38), d.w.z zij zullen zichzelf prijs willen geven, zichzelf verloochenen. Paulus legt er de nadruk op dat de oude mens met de Christus is gekruisigd en gestorven (Rom. 6:6; 2 Kor. 5:14; Gal. 2:19 v).

  • Kussen

    De hartelijke begroeting van verwanten en gelijken (Gen. 33:4; 45:14 v; Luc. 15:20; Hand. 20:37) en uiting van bijzondere eerbied van minderen voor meerderen (Ex. 18:7; 1 Sam. 10:1; Ps. 2:12), in het bijzonder wanneer de voeten gekust worden (Luc. 7:38). Het is gruwelijk om het Baalsbeeld of het gouden kalf te kussen (1 Kon. 14:18; Hos. 13:2). Leugenachtig is de Judaskus in Getsemané (Matt. 26:48). In de gemeente zal men elkaar groeten met een heilige kus (1 Kor. 16:20; 1 Petr. 5:14).