Categorie: H woorden

  • Honger

    We lezen in de bijbel niet alleen over hongersnoden, veroorzaakt door misoogsten, oorlog, droogte, sprinkhanen en plagen (Gen. 12:10; 41:30; Ruth 1:1; Jer. 52:6; Hand. 11:28), maar ook over gebrek aan ‘geestelijk voedsel’, niet over honger naar brood, maar naar het woord van God (Amos 8:11; vgl. Joh. 6:35), naar gerechtigheid (Matt. 5:6). De hulp aan hongerigen, zelfs vijanden, is een goddelijke opdracht (Spr. 25:21; Matt. 25:37, 44; Luc. 1:53; Rom. 12:20).

  • Honig

    Het beloofde land is een land dat overvloeit van melk en honig (Ex. 3:8; 13:5; Deut. 11:9), d.w.z. het is een vruchtbaar land. Met veel vee en bloesem. In de wildernis vinden Simson, Jonatan en Johannes de Doper honing, die hen sterkt (Richt. 14:9; 1 Sam. 14:29; Matt. 3:4). De zoete honing werd als een gezonde lekkernij beschouwd (Richt. 14:18; 1 Kon. 14:3; Spr. 24:13, Ez. 16:19), al moet men er niet te veel van eten (Spr. 25:27). Het is veelzeggend, dat de tora met honing wordt vergeleken en er zelfs boven wordt gesteld (Ps. 119:103; vgl. 19:11; Openb. 10:9 v).