Categorie: G woorden

  • Gesnedene

    In Matt. 19:12 spreekt Jezus over ‘gesnedenen’. Elders worden zij ontmanden genoemd. Dat zijn eunuchen, kamerdienaren in koninklijke paleizen, bewakers der vrouwen (Est. 2:3, 14). Volgens Deut. 23:1 zijn zij uitgesloten uit de gemeente. Jes. 56:3 geeft hun wel een plaats in het heiligdom. In Matt. 19:12 gaat het over mannen die geslachtelijk onvolgroeid zijn, over hen die tegen hun wil ontmand zijn en over hen die uit vrees voor geslachtsdrift zichzelf gecastreerd hebben (zoals de kerkvader Origenes). Maar Jezus kan dit ook overdrachtelijk bedoeld hebben: discipelen die niet huwen omdat zij zich geheel wijden aan de dienst van het Koninkrijk.

  • Getal

    Een getal is vaak meer dan de aanduiding van een hoeveelheid. Getallen zijn dikwijls veelzeggend. Zo spreekt het aantal van 12 leerlingen van Jezus over de 12 stamhoofden van Israël (Luc. 22:3), zoals ook dat van de 12 stenen van het altaar (1 Kon. 18:31) of van de borstlap van de priester (Ex. 28:21). Men zou kunnen spreken van de symbolische of méér waarde van getallen als de vier, de zeven, de acht, de twaalf, de veertig of de zeventig. Openb. 13:18 en 15:2 spreken van het getal van een mens, d.w.z. het getal van zijn naam. Elke hebreeuwse of Griekse letter heeft een cijferwaarde. Zo kan een getal (bv. 666) een naam aanduiden.