Categorie: A woorden

  • Antiochus Epiphanes

    Antiochus IV Epiphanes (Antiochus Epiphanes) leefde van ca. 215 tot 164 voor Christus. Zijn echte naam was Mitrades. Zijn bijnaam Epiphanes (in het Grieks: ἐπιφανής) betekent verschenen (God). Hij was de zoon van koning Antiochus III de Grote en de broer van Seleucus IV Philopator. Zijn moeder was Laodice III.

    Hij was van 175 – 164 v. Chr. koning van het Seleucidenrijk, ten tijde van het hellenisme (het tijdperk waarin het oude Griekenland op zijn hoogtepunt was vanaf de veroveringen door Alexander de Grote tot de Romeinse verovering van Griekenland en het oude Nabije Oosten (334–30 v.Chr.). Hij was bekend om zijn vele krijgstochten. Hij was een vreselijk wrede machtswellusteling, die in vele opzichten als een type kan worden gezien van de komende antichrist. Antiochus behandelde het Joodse volk op de meest kwalijke wijze, heeft duizenden Joden laten ombrengen, probeerde hun godsdienst uit te roeien en ontheiligde de tempel. Hij deed dat op zeer geraffineerde wijze, door op het brandofferaltaar een altaar voor Zeus te bouwen en daarop zwijnen te offeren. De Joden noemden hem vanwege zijn wreedheid Antiochus Epimanes (waanzinnige). Zijn goddeloze tirannie heeft uiteindelijk geleid tot de grote opstand de Makkabeeën.

    In de Statenvertaling wordt geen letterlijke melding van deze wrede koning gemaakt, hoewel aangenomen wordt dat Daniel 11 (anoniem) melding van hem maakt in vers 35.
    (Daniël 11:31) En er zullen armen uit hem ontstaan, en zij zullen het heiligdom ontheiligen, en de sterkte, en zij zullen het gedurige offer wegnemen, en een verwoestenden gruwel stellen.
    Hij wordt wel bij naam genoemd in de Deuterocanonieke boeken, namelijk in 1 Makkabeeën, 2 Makkabeeën en 3 Makkabeeën.


    Symboliek

    Antiochus Epihanes kan gezien worden als een type van de komende antichrist.

  • Alverzoeningsleer

    De leer van de alverzoening of het universalisme gaat er vanuit dat alle mensen uiteindelijk gered zullen worden, dat wil zeggen verzoend zullen worden met God, zij het voor sommigen na een periode van straf. Deze verzoening zou volgens deze leer ook Gods wil zijn. (1 Timótheüs 2:4) De basisgedachte van de leer stamt uit de tijd van de kerkelijke schrijver Origenes (184 – 253 nChr.). In de 21ste eeuw heeft de leer nog steeds een grote aantrekkingskracht en wint aan populariteit onder andere door de doctrine “God is liefde” en het steeds impopulairder worden van een hel; de plaats waar mensen eeuwig zouden branden.


    Synoniemen

    Alverzoening, universalisme, de leer van de apokatastasis


    Vertalingen

    Engels: Universalism

    Duits: Universalismus


    Verdieping

    De gedachte is vaak: Als God liefde is, hoe kan Hij dan toestaan dat mensen eeuwig zullen branden in de hel. In het pro-universalistische boek “Zullen miljarden mensen voor eeuwig verloren gaan?” [1] begint de schrijver met een beschrijving van de dood van een 6-jarig joods jongetje die op gruwelijke wijze door de nazi’s is vermoord. Er wordt gesteld dat het jongetje toen hij stierf, vrijwel zeker nooit het evangelie heeft gehoord en dan ook niet gelovig was. Dan stelt de schrijver de vraag: Heeft of laat God dat joodse jongetje in de hel branden? De schrijver noemt dit een, door het Christendom, verdrongen vraag. Toch wordt juist deze vraag door ongelovigen regelmatig aan gelovigen gesteld. Wellicht niet specifiek in relatie tot de genocide door de nazi’s, maar wel in relatie tot de dood van ieder willekeurig mens die zonder geloofd te hebben of geloofd te kunnen hebben, is gestorven. De manier en de plaats van het overlijden maakt voor de vraagsteller waarschijnlijk niet zoveel uit. In de Bijbel is niet terug te vinden dat de manier waarop een mens sterft voor God van enig belang, of van enig gewicht, zou zijn. De manier waarop een mens geleefd heeft daarentegen wel.

    1. Zullen miljarden mensen voor eeuwig verloren gaan? – J. van A.

    Extra Informatie