Categorie: Bijbelse Namen

  • Chiljon

    H3630 – כִּלְיוֹן (kilyôn)

    Eigennaam ♂

    Betekenis:
    smachten – de smachtende – wegkwijnen

    Omschrijving

    De jongste zoon van Elimélech en Naómi, en echtgenoot van Orpa, de zuster van Ruth

    Bijbelverzen

    ot8-1:2 Ruth 1:2 , ot8-1:5 Ruth 1:5 , ot8-4:9 Ruth 4:9

  • Hilen

    H2432 – חִילֵן (chı̂ylên)

    Plaatsnaam

    Betekenis:
    Plaats van grotten – Bolwerk – zanderig

    Omschrijving

    De naam van de stad in Juda die, met zijn voorsteden, aan de priesters werd toegewezen.

    Bijbelverzen

    ot13-6:58 1 Kronieken 6:58 ,