Categorie: H namen

H2327 – חוֹבָה (chôbâh)

Plaatsnaam

Betekenis:
Schuilplaats

Omschrijving

Een plaats ten noorden van Damascus, tot waar Abraham Kedor-Laómer en zijn bondgenoten achtervolgde

Bijbelverzen

ot1-14:15 Genesis 14:15 ,

H2396
יְחִזְקִיָּהוּ (yechizqı̂yâhû)   
יְחִזְקִיָּה (yechizqı̂yâh)
חִזְקִיָּהוּ (chizqı̂yâhû)  
חִזְקִיָּה (chizqı̂yâh)

Eigennaam ♂

Betekenis:
Kracht van de Heer

Omschrijving

1. De zoon van Achaz. Koning van Juda. Hij regeerde negenentwintig jaar;
2. Een zoon van Neárja uit de koninklijke familie van Juda;
3. Een voorouder van Zefánja;
4. Een van de teruggekeerde ballingen uit Babylon.

Bijbelverzen

ot12-16:20 2 Koningen 16:20 , ot12-18:1 2 Koningen 18:1 , ot12-18:9 2 Koningen 18:9 , ot12-18:10 2 Koningen 18:10 , ot12-18:13 2 Koningen 18:13 , ot12-18:14 2 Koningen 18:14 , ot12-18:15 2 Koningen 18:15 , ot12-18:16 2 Koningen 18:16 , ot12-18:17 2 Koningen 18:17 , ot12-18:19 2 Koningen 18:19 , ot12-18:22 2 Koningen 18:22 , ot12-18:29 2 Koningen 18:29 , ot12-18:30 2 Koningen 18:30 , ot12-18:31 2 Koningen 18:31 , ot12-18:32 2 Koningen 18:32 , ot12-18:37 2 Koningen 18:37 , ot12-19:1 2 Koningen 19:1 , ot12-19:3 2 Koningen 19:3 , ot12-19:5 2 Koningen 19:5 , ot12-19:9 2 Koningen 19:9 , ot12-19:10 2 Koningen 19:10 , ot12-19:14 2 Koningen 19:14 , ot12-19:15 2 Koningen 19:15 , ot12-19:20 2 Koningen 19:20 , ot12-20:1 2 Koningen 20:1 , ot12-20:3 2 Koningen 20:3 , ot12-20:5 2 Koningen 20:5 , ot12-20:8 2 Koningen 20:8 , ot12-20:10 2 Koningen 20:10 , ot12-20:12 2 Koningen 20:12 , ot12-20:13 2 Koningen 20:13 , ot12-20:14 2 Koningen 20:14 , ot12-20:15 2 Koningen 20:15 , ot12-20:16 2 Koningen 20:16 , ot12-20:19 2 Koningen 20:19 , ot12-20:20 2 Koningen 20:20 , ot12-20:21 2 Koningen 20:21 , ot12-21:3 2 Koningen 21:3 , ot13-3:13 1 Kronieken 3:13 , ot13-3:23 1 Kronieken 3:23 , ot13-4:41 1 Kronieken 4:41 , ot14-29:18 2 Kronieken 29:18 , ot14-29:27 2 Kronieken 29:27 , ot14-31:2 2 Kronieken 31:2 , ot15-2:16 Ezra 2:16 , ot16-7:21 Nehémia 7:21 , ot16-10:17 Nehémia 10:17 , ot20-25:1 Spreuken 25:1 , ot23-1:1 Jesaja 1:1 , ot23-36:1 Jesaja 36:1 , ot23-36:2 Jesaja 36:2 , ot23-36:4 Jesaja 36:4 , ot23-36:7 Jesaja 36:7 , ot23-36:14 Jesaja 36:14 , ot23-36:15 Jesaja 36:15 , ot23-36:16 Jesaja 36:16 , ot23-36:18 Jesaja 36:18 , ot23-36:22 Jesaja 36:22 , ot23-37:1 Jesaja 37:1 , ot23-37:3 Jesaja 37:3 , ot23-37:5 Jesaja 37:5 , ot23-37:9 Jesaja 37:9 , ot23-37:10 Jesaja 37:10 , ot23-37:14 Jesaja 37:14 , ot23-37:15 Jesaja 37:15 , ot23-37:21 Jesaja 37:21 , ot23-38:1 Jesaja 38:1 , ot23-38:2 Jesaja 38:2 , ot23-38:3 Jesaja 38:3 , ot23-38:5 Jesaja 38:5 , ot23-38:9 Jesaja 38:9 , ot23-38:22 Jesaja 38:22 , ot23-39:1 Jesaja 39:1 , ot23-39:2 Jesaja 39:2 , ot23-39:3 Jesaja 39:3 , ot23-39:4 Jesaja 39:4 , ot23-39:5 Jesaja 39:5 , ot23-39:8 Jesaja 39:8 , ot24-26:18 Jeremía 26:18 , ot24-26:19 Jeremía 26:19 , ot28-1:1 Hoséa 1:1 , ot36-1:1 Zefánja 1:1 .

H2395 – חִזְקִי (chizqı̂y)

Eigennaam ♂

Betekenis:
Sterk – krachtig – sterkte

Omschrijving

Eén van de „zonen” van Elpáäl, een hoofd Benjaminiet die in Jeruzalem woont

Bijbelverzen

ot13-8:17 1 Kronieken 8:17 ,

H2437 – חִירָה (chı̂yrâh)

Eigennaam ♂

Betekenis:
een nobel ras – adeldom

Omschrijving

Een Adullamiet en een vriend van Juda.

Bijbelverzen

ot1-38:1 Genesis 38:1 , ot1-38:12 Genesis 38:12 ,

H2518 – חִלְקִיָּה (chilqı̂yâh) / חִלְקִיָּהוּ (chilqı̂yâhû)

Eigennaam ♂

Betekenis:
Deel van God – God is mijn deel

Omschrijving

1. De vader van Eljakim;
2. Hogepriester, tijdens de regering van Josía;
3. Een Leviet, zoon van Amzi;
4. Een Leviet, de tweede zoon van Hosa;
5. Een Leviet die aan de rechterhand van Ezra stond, toen hij de wet voorlas aan het volk;
6. De van de profeet Jeremia;
7. De vader van Gemárja.

Bijbelverzen

ot12-18:18 2 Koningen 18:18 , ot12-18:26 2 Koningen 18:26 , ot12-18:37 2 Koningen 18:37 , ot12-22:4 2 Koningen 22:4 , ot12-22:8 2 Koningen 22:8 , ot12-22:10 2 Koningen 22:10 , ot12-22:12 2 Koningen 22:12 , ot12-22:14 2 Koningen 22:14 , ot12-23:4 2 Koningen 23:4 , ot12-23:24 2 Koningen 23:24 , ot13-6:13 1 Kronieken 6:13 , ot13-6:45 1 Kronieken 6:45 , ot13-26:11 1 Kronieken 26:11 , ot14-34:9 2 Kronieken 34:9 , ot14-34:14 2 Kronieken 34:14 , ot14-34:15 2 Kronieken 34:15 , ot14-34:18 2 Kronieken 34:18 , ot14-34:20 2 Kronieken 34:20 , ot14-34:22 2 Kronieken 34:22 , ot14-35:8 2 Kronieken 35:8 , ot15-7:1 Ezra 7:1 , ot16-8:4 Nehémia 8:4 , ot16-11:11 Nehémia 11:11 , ot16-12:7 Nehémia 12:7 , ot16-12:21 Nehémia 12:21 , ot23-22:20 Jesaja 22:20 , ot23-36:3 Jesaja 36:3 , ot23-36:22 Jesaja 36:22 , ot24-1:1 Jeremía 1:1 , ot24-29:3 Jeremía 29:3

H2432 – חִילֵן (chı̂ylên)

Plaatsnaam

Betekenis:
Plaats van grotten – Bolwerk – zanderig

Omschrijving

De naam van de stad in Juda die, met zijn voorsteden, aan de priesters werd toegewezen.

Bijbelverzen

ot13-6:58 1 Kronieken 6:58 ,

H2419 – חִיאֵל (chı̂y’êl)

Eigennaam ♂

Betekenis:
Leven van God – God leeft – God is het leven

Omschrijving

Een inwoner van Bethel, die Jericho herbouwde tijdens de regering van Achab waardoor de vloek vervuld werd die, vijfhonderd jaar eerder, werd uitgesproken door Jozua.

Bijbelverzen

ot11-16:34 1 Koningen 16:34 ,

H2383 – חֶזְיוֹן (chezyôn)

Eigennaam ♂

Betekenis:
Visioen – gezicht

Omschrijving

De koning van Syrië, vader van Tabrimmon en grootvader van Benhadad.

Bijbelverzen

ot11-15:18 1 Koningen 15:18 ,

H2387 – חֵזִיר (chêzı̂yr)

Eigennaam ♂

Betekenis:
Zwijn – sterk

Omschrijving

1. Een priester, in de tijd van David;
2. Een van de hoofden van een familie die het verbond met Nehemía bezegelden.

Bijbelverzen

ot13-24:15 1 Kronieken 24:15 , ot16-10:20 Nehémia 10:20 ,

H2855 – חֶתְלֹן (chethlôn)

Plaatsnaam

Betekenis:
Schuilplaats – verborgen plaats – verpakt

Omschrijving

De naam van een plaats aan de noordgrens van Palestina.

Bijbelverzen

ot26-47:15 Ezechiël 47:15 , ot26-48:1 Ezechiël 48:1