In het Hebr. vrijwilliger, aanduiding voor een leider van het volk, een aanzienlijke die edelmoedig geeft en dient (Num. 21:18; 1 Sam. 2:8; 1 Kon. 21:8; Neh. 13:17; Ps. 47:10; 146:3; Spr. 8:16). In Richteren 5:29 lezen we van edelvrouwen.
In het Hebr. vrijwilliger, aanduiding voor een leider van het volk, een aanzienlijke die edelmoedig geeft en dient (Num. 21:18; 1 Sam. 2:8; 1 Kon. 21:8; Neh. 13:17; Ps. 47:10; 146:3; Spr. 8:16). In Richteren 5:29 lezen we van edelvrouwen.