Eigennaam ♂
Betekenis: Verspilling van de Heer
Een Kehathitische leviet, zoon van Heman. Hij was één van de, door David aangestelde, musici in de tempel.
Bijbelverzen:
(1 Kronieken 25:4) Aangaande Heman: de kinderen van Heman waren Bukkía, Mattánja, Uzziël, Sebúël, en Jerimôth, Hanánja, Hanáni, Eliátha, Giddálti, en Romámthi-Ézer, Josbekása, Mallóthi, Hothir, Maházioth.
(1 Kronieken 25:13) Het zesde voor Bukkía; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.