Eigennaam ♂
Betekenis: Opgebouwd – gebouwd
- Een Gadiet, één van Davids machtige mannen.
- Een leviet wiens zoon ten tijde van David voor de dienst in de tabernakel was aangesteld.
- Een Judaiet wiens zoon na de ballingschap in Jeruzalem woonde.
- De nakomelingen van Bani keerden terug met Zerubbábel en hadden “vreemde vrouwen” genomen.
- Zoon van Bani, een leviet en bouwer (Neh_3: 17).
- Levieten ten tijde van Nehemia.
Bijbelverzen:
2 Samuël 23:36 – 1 Kronieken 6:46 – 1 Kronieken 9:4 – Ezra 2:10 – Ezra 10:29 – Ezra 10:34 – Ezra 10:38 – Nehémia 3:17 – Nehémia 8:7 – Nehémia 9:4 – Nehémia 9:5 – Nehémia 10:13 – Nehémia 10:14 – Nehémia 11:22