Eigennaam ♂
Betekenis: De Heer heeft geholpen
Hij wordt aangeduid als een afstammeling van Juda en de zoon van Uzzia. Na de terugkeer uit Babylon woonde hij in Jeruzalem.
Bijbelverzen:
(Nehémia 11:4) Te Jeruzalem dan woonden sommigen van de kinderen van Juda, en van de kinderen van Benjamin. Van de kinderen van Juda: Athája, de zoon van Uzzia, den zoon van Zachárja, den zoon van Amárja, den zoon van Sefátja, den zoon van Mahaláleël, van de kinderen van Perez;