Amalek


Eigennaam ♂ – Naam van een volk

Betekenis: ≈ Een volk dat oplikt – Hij die oplikt

Is de aartsvijand van Israël (Richteren 3:13, Richteren 6:3, Psalmen 83:8, 1 Samuel 2:1, 2 Samuel 8:12), waarom in de geschiedenis verschillende vervolgers door de Joden Amalek worden genoemd. Gedurende de tocht door de woestijn moest Israël tot het$uiterste gaan ook in het bidden van Mozes, om deze tegenstander te verslaan (Exodus 17:8-16). Deze strijd is een voortdurende (Exodus 17:16). De reden ervan vermeldt Deuteronomium 25:17-19. Amalek is een laaghartige en geniepige vijand, die het op het zwakke en weerloze voorzien heeft: ‘die u onderweg tegenkwam en al de zwakken in uw achterhoede afsneed, terwijl gij vermoeid en uitgeput waart’.

Bijbelverzen:

Genesis 36:12, Genesis 36:16, Éxodus 17:8, Éxodus 17:9, Éxodus 17:10, Éxodus 17:11, Éxodus 17:13, Éxodus 17:14, Éxodus 17:16, Numeri 24:20, Deuteronomium 25:17, Deuteronomium 25:19, Richteren 5:14, 1 Samuël 15:2, 1 Samuël 15:3, 1 Samuël 15:5, 1 Samuël 28:18, 2 Samuël 8:12, 1 Kronieken 1:36, Psalmen 83:7,