Bartholoméüs


Eigennaam ♂

Betekenis: Zoon van Tholomacus – een groef – Hij die het water opschort

Eén van de twaalf apostelen.

Bijbelverzen:

(Matthéüs 10:3) Filippus en Bartholoméüs; Thomas en Matthéüs, de tollenaar; Jakobus, de zoon van Alféüs, en Lebbéüs, toegenaamd Thaddéüs;

(Markus 3:18) En Andréas, en Filippus, en Bartholoméüs, en Matthéüs, en Thomas, en Jakobus, den zoon van Alféüs, en Thaddéüs, en Simon Kananítes,

(Lukas 6:14) Namelijk Simon, welken Hij ook Petrus noemde; en Andréas zijn broeder, Jakobus en Johannes, Filippus en Bartholoméüs;

(Handelingen 1:13) En als zij ingekomen waren, gingen zij op in de opperzaal, waar zij bleven, namelijk Petrus en Jakobus, en Johannes en Andréas, Filippus en Thomas, Bartholoméüs en Matthéüs, Jakobus, de zoon van Alféüs, en Simon Zelótes, en Judas, de broeder van Jakobus.