Achab


I.

Was de zoon en opvolger van Omri, die koning over het 10-stammenrijk was. Achab regeerde 22 jaren over Israël, in Samaria. Hij trouwde met Izébel, dochter van Eth-Baäl, de koning van de Sidoniërs. Achab werd onder haar invloed een afgodendienaar en leidde Israël naar de aanbidding van Baäl (1 Koningen 16:31). Achab was daar mede door Izébel zeer fanatiek in. In zijn regeringsperiode was Elia actief en getuigde van God. Die prediking ging recht tegen de afvallige en corrupte koning Achab in. Ondanks de dood van 450 profeten van Baäl door de profeet Elia, toonde Achab geen berouw (1 Koningen 18:19-40).
Achab heeft twee keer een aanval gedaan op Benhadad, de koning van Syrië en werd door God de eerste keer aan een overwinning geholpen. De tweede  keer vernietigde hij Benhadad niet, maar sloot een verdrag met hem.

De wijnboer Naboth had een wijngaard, wat een erfstuk binnen zijn familie was. Achab wilde de wijngaard kopen, maar Naboth weigerde, omdat Jehovah dat verboden had. Achab was daar zeer teleurgesteld over maar accepteerde het. Izébel echter zorgde, door leugens over Naboth te verspreiden onder het volk, dat Naboth werd gestenigd. Daardoor kon Achab de wijngaard in zijn bezit nemen, maar Jehovah liet dit niet onbestraft. Hij zond de profeet Elia naar Achab met de woorden: “Hebt gij dood geslagen, en ook een erfelijke bezitting ingenomen? Zie, Ik zal kwaad over u brengen, en uw nakomelingen wegdoen;” (1 Koningen 21:19-21). Uiteindelijk besluit Jehovah om Achab niet direct te straffen, omdat hij berouw toont, maar wel zijn nageslacht en Izébel. Izébel wordt door de honden aangevallen en opgegeten.

Achab trok opnieuw ten strijde tegen de Syriërs en zijn 400 profeten voorspelden zijn winst. De strijd die hij samen met Jósafat, de koning van Juda, zijn bondgenoot aanging werd door de profeet Micha afgeraden. Het liep ook niet goed af voor Achab; hij werd door een pijl dodelijk geraakt. Dit was het begin van het vergaan van zijn hele huis, zoals was voorzegd.

II.

Een valse profeet onder de ballingen van Babylon die een leugen profeteerde en door Nebukadnézar in het vuur werd geroosterd (Jeremia 29:21 & 22).


Betekenis

Broer van vader; oom.


Algemeen

Geslacht: Man

Periode: +/- 900 voor Chr.

Hebreeuws: אַחאָב

Grieks: Nvt.


Familie

Stam:  Ephraïm

Vader: Omri

Moeder: Onbekend

Zus(sen):Onbekend

Broer(s): Onbekend

Gehuwd met: Izébel

Kinderen: Aházia, Atalja, Joram,


Symboliek

Geen duidelijke typologische betekenis bekend.


Bijbelverzen

Het woord komt in 81 bijbelverzen voor: