Abel


Abel (in het Oude Testament ‘Habel’) is de naam van de tweede zoon van Adam en Eva. De schaapherder, die door zijn broer Kaïn (de landbouwer) wordt vermoord (Genesis 4:2 en verder). Kaïn doodde zijn broer, omdat God Abels dieroffer wel aannam, maar het offer van Kaïn, een deel van de oogst van het land, niet. Abel bracht het betere offer (Hebreeën 11:4). Abel is de eerste martelaar (Matthéüs 23:35), wiens bloed minder verzoent dan dat van Christus (Hebreeën 12:24).
Na Abels dood krijgen Adam en Eva nog een zoon, die zij als ‘vervanging’ van Abel beschouwen. Zij noemen hem Seth.

Abel komt in het Oude Testament ook voor als een aanduiding van een plaats of gebied. Bijvoorbeeld in Numeri 33:49 (Abel-sittim, dat vlakte van de accacia’s betekent) of Richteren 11:33 (Abel-keramim, dat vlakte van de wijngaarden betekent).


Betekenis

Adem, vluchtig, ijdelheid


Algemeen

Geslacht: Man

Periode:± 4000 voor Christus

Hebreeuws: הֶבֶל

Grieks: Ἄβελ


Familie

Stam: Niet van toepassing

Vader: Adam

Moeder: Eva

Broer(s): Kaïn

Zus(sen): geen

Gehuwd met: Niet van toepassing

Kinderen: geen


Symboliek

(c) Abel is een type van de ware gelovige met betrekking tot redding. Hij had schuldgevoelens en hij voelde zijn ontoereikendheid om de prijs te betalen. Hij offerde een onschuldig lam (Genesis 4:4). Hij doodde het en bracht het op het altaar waardoor hij zijn geloof bewees in het lam dat voor hem stierf en zijn bloed vergoot voor hem. Dat is het pad dat de ware gelovige ook vandaag neemt. Als een zondaar voelt hij dezelfde behoefte als Abel. Hij gaat in geloof naar het onschuldige en heilige Lam van God, Jezus Christus. Hij gelooft het Woord van God dat spreekt over het bloed van Jezus Christus, zijn Zoon. Dat bloed reinigt ons van alle zonden (1 Johannes 1:7).


Bijbelverzen

Habel komt in het Oude Testament in 5 verzen voor met 8 resultaten:

Genesis 4:2, Genesis 4:4, Genesis 4:8, Genesis 4:9, Genesis 4:25

Abel komt in het Oude Testament 13 keer voor:

Genesis 50:11, Numeri 33:49, Richteren 7:22, Richteren 11:33, 1 Samuël 6:18, 2 Samuël 20:14, 2 Samuël 20:15, 2 Samuël 20:18, 1 Koningen 4:12, 1 Koningen 15:20, 1 Koningen 19:16, 2 Koningen 15:29, 2 Kronieken 16:4

Abel komt in het Nieuwe Testament 3 keer voor:

Lukas 11:51, Hebreeën 11:4, Hebreeën 12:24