Abítal


Eigennaam

Betekenis: Vader van de dauw – mijn vader is de dauw – vader van de schaduw

Vrouw van David

Bijbelverzen:

(2 Samuël 3:4) En de vierde, Adónia, de zoon van Haggith; en de vijfde Sefátja, de zoon van Abítal;

(1 Kronieken 3:3) De vijfde Sefátja, van Abítal; de zesde Jíthream, van zijn huisvrouw Egla.