Abísur


Eigennaam ♂

Betekenis: vader van de muur – mijn vader is een muur – vader van oprechtheid

Bijbelverzen:

(1 Kronieken 2:28) En de kinderen van Onam waren Sammai en Jada. En de kinderen van Sammai: Nadab en Abísur.

(1 Kronieken 2:29) De naam nu der huisvrouw van Abísur was Abiháïl: die baarde hem Achban en Molid.