De waarde van dit getal kan omschreven worden met ‘een handvol’. David vraagt aan de priester van Nob: hebt U iets voorhanden?, letterlijk: wat hebt U onder uw hand? Geef mij 5 broden in mijn hand, of wat er gevonden wordt, een ‘handvol’ broden (1 Sam. 21:4). Dat is een geringe hoeveelheid. Met ‘slechts’ 5 stenen gaat David op Goliat af (1 Sam. 17:40). Maar de HEER sterkt zijn (5) vingers tot de krijg (Ps. 144:1). De 5 broden zijn maar een bescheiden bijdrage voor de maaltijd van enkele duizenden mensen (Matt. 14:17). Zo is ook het getal van (10 x 5) 50 t.o.v. 100 bv. een klein aantal. David koopt de dorsvloer van Arauna voor 50 zilveren sjekels (2 Sam. 24:24). Maar volgens 1 Kronieken 21:25 geeft David niet minder dan 12 x 50 en zelfs gouden sjekels. Vijf, een volle hand, kan ook veel zijn. ‘Hand’ is in de bijbel vaak hetzelfde als kracht, macht. Als we horen van 5 koningen van Kanaanitische volken, dan is dat een sterke macht die met aartsvaders of Israël strijdt (Gen. 14:9; Num. 31:8; Richt. 3:3). Hun ‘hand’ (met 5 vingers) drukt dan zwaar op hen. Jozef geeft met volle hand. Benjamins portie is 5 x zo groot als van de broers (Gen. 43:34). Het verschil tussen de namen Abram en Abraham is de medeklinker h, die een getalswaarde van 5 heeft. De joodse traditie verbindt dit gegeven met het feit dat Abraham de vader is van veel volken (Gen. 17:5). De tora telt 5 boeken. God geeft Zijn woorden met een volle hand. Hij heeft een sterke rechterhand. Van een periode van 5 jaar, een lustrum, horen we in de bijbel niets. In Israël rekent men met perioden van 7 jaar (sjabbatsjaar).