Romeinse naam van de medewerker van Paulus die voluit Johannes (= Jochanan = God is genadig) Marcus (afgeleid van de naam van de god Mars) heette (Hand. 12:12, 25; 15:37; vgl. 13:5, 13). Na de onenigheid tussen Paulus en Barnabas ging Markus met laatstgenoemde mee naar diens land van herkomst Cyprus (15:36-41). Men is het er in het algemeen over eens dat de Markus van het ‘Evangelie naar Markus’ dezelfde is. Markus wordt ook gespeld als Marcus.