Levi


Aanhanger (van God). De derde zoon van Jakob en Lea (Gen. 29:34), stamvader van de Levieten, die dienst doen in de tempel (Num. 1:50; Hebr. 7:5, 9). Zij worden vaak onderscheiden van de priesters (1 Kon. 8:4; Ezra 1:5), die toch ook tot de stam Levi behoren, Levitisch zijn (Deut. 17:9; Joz. 3:3; 2 Kron. 30:27).
In het n.t. wordt een apostel Levi (= Matteüs) genoemd (Matt. 9:9; Mare. 2:14). Daar wordt ook gesproken over een Leviet in de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan (Luc. 10:32) en over Barnabas, een Leviet van Cyprus (Hand. 4:36).