Last


Datgene wat door een lastdier of een mens gedragen wordt (Ex. 23:5; 2 Kon. 8:9; Jes. 10:27). Dat kan ook zijn: verdrukking, slavernij (Ex. 2:11; 6:6; Jes. 9:3) of nood (Ps. 38:5; Matt. 20:12; Gal. 6:2). Ook een vermaning of een voorschrift wordt als een ‘last’ ervaren (Luc. 11:46;
Hand. 15:28).
Het Hebr. ‘massa’ kan ook godsspraak betekenen (letterlijk: de verheffing van de Stem, Jes. 13:1; 14:28; Jer. 23:33; SV: last).