IJzer


Het lukte de Hethieten in ± 1400 v. Chr. ijzer in houtskoolvuur te smeden, het begin van het ijzeren tijdperk.
Israël leerde deze kunst eerst van de Filistijnen, die met de Kenieten ook vroeg bedreven waren in dit ambacht (Gen. 4:22; 1 Sam. 13:19 v; 1 Kon. 6:7; Jes. 44:12). In de tijd der koningen wordt op steeds ruimer schaal gebruik gemaakt van dit metaal (2 Sam. 12:31; Jer. 17:1). In de cultus mag van ijzer geen gebruik worden gemaakt (Joz. 8:31). De smeltoven is symbool voor onderdrukking (Deut. 4:20; 1 Kon. 8:51; Jer. 11:4). IJzer is overdrachtelijk: ondoordringbaar (Lev. 26:19; Dan. 2:41; Openb. 2:27).