Eigennaam ♂ & naam van een dal
Betekenis: Zegen
(1.) Een vallei, waar Jósafat de Moabieten en Ammonieten versloeg.
(2.) Een van de Benjaminitische krijgers die zich in Ziklag bij David voegde.
Bijbelverzen:
(1 Kronieken 12:3) Het hoofd was Ahiézer, en Joas, zonen van Semáä, den Gibeathiet; daarna Jeziël en Pelet, zonen van Azmáveth, en Berácha, en Jehu, de Anathothiet.
(2 Kronieken 20:26) En op den vierden dag vergaderden zij zich in het dal van Berácha, want daar loofden zij den HEERE; daarom noemden zij den naam dierzelver plaats het dal van Berácha, tot op dezen dag.