Becher


Eigennaam ♂

Betekenis: Eerstgeborene

  1. Een zoon van Benjamin
  2. Een nakomeling van Jozef

Bijbelverzen:

(Genesis 46:21) En de zonen van Benjamin: Bela, Becher en Asbel, Gera en Náäman, Echi en Rôs, Muppim en Huppim, en Ard.

(Numeri 26:35) Dit zijn de zonen van Efraïm, naar hun geslachten: van Sutélah het geslacht der Sutélahieten; van Becher het geslacht der Becherieten; van Tahan het geslacht der Tahanieten.

(1 Kronieken 7:6) De kinderen van Benjamin waren Bela, en Becher, en Jedíaël; drie.

(1 Kronieken 7:8) De kinderen van Becher nu waren Zemíra, en Joas, en Eliézer, en Eljoënai, en Omri, en Jerémôth, en Abíja, en Anáthoth, en Alémeth; deze allen waren kinderen van Becher.