Eigennaam ♂
Betekenis: Vreugde – plezier – vermaak
Bijbelverzen:
(2 Kronieken 17:14) Dit nu is hun telling, naar de huizen hunner vaderen. In Juda waren oversten der duizenden: Adna de overste, en met hem waren driehonderd duizend kloeke helden.
(Ezra 10:30) En van de kinderen van Pahath-Moab: Adna, en Chelal, Benája, Maäséja, Mattánja, Bezáleël, en Binnui, en Manasse.
(Nehémia 12:15) Van Harim, Adna; van Merajôth, Helkai;