Abisúa


Eigennaam ♂

Betekenis: Vader van redding – vader van de voorspoed

Bijbelverzen:

(1 Kronieken 6:4) En Eleázar gewon Pínehas, Pínehas gewon Abisúa;

(1 Kronieken 6:5) En Abisúa gewon Bukki, en Bukki gewon Uzzi;

(1 Kronieken 6:50) Dit nu zijn de kinderen van Aäron: Eleázar, was zijn zoon; Pínehas zijn zoon; Abisúa zijn zoon;

(1 Kronieken 8:4) En Abisúa, en Náäman, en Ahóah,

(Ezra 7:5) Den zoon van Abisúa, den zoon van Pínehas, den zoon van Eleázar, den zoon van Aäron, den hoofdpriester.