Eigennaam ♂
Betekenis: Vader van de vrede
Bijbelverzen:
(1 Koningen 15:2) Hij regeerde drie jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Máächa, een dochter van Abísalom.
(1 Koningen 15:10) En hij regeerde een en veertig jaren te Jeruzalem, en de naam zijner moeder was Máächa, een dochter van Abísalom.