Voorhangsel


In de tabernakel hingen 2 gordijnen, één voor het Heilige en één voor het Allerheiligste (Ex. 26:31 w; 39:38; 40:5).
In Matt. en de Hebreeënbrief is slechts sprake van één voorhangsel. Het gordijn voor het Allerheiligste mag na Christus’ dood geen scheiding meer bewerkstelligen (Matt. 27:51; vgl. Hebr. 6:19; 9:3).