Dromen moeten uitgelegd worden. Jozef en Daniël zijn goede droomuitleggers, omdat ‘uitleggingen’ Gods zaak zijn (Gen. 40:8) en zij door Zijn Geest geleid worden (Gen. 40:12; Dan. 2:19, 24, 36; 4:24; 7:16). Maar niet alleen dromen worden uitgelegd, of de tongentaai, het extatisch spreken (1 Kor. 14:5, 13, 28) ook de Schriften (Neh. 8:9; Luc. 24:27; Hand. 17:3).