In het Johannesevangelie wordt gesproken over de H. Geest als de Paraklètos, de Paracleet, d.i. die erbij geroepen is. Dit woord wordt gebruikt in de rechtszaal en duidt de juridische bijstand aan, de voorspraak. Hij is het die getuigt van de Christus (Joh. 15:27) en de apostelen onderricht in de verkondiging van het Evangelie (Joh. 16:14 v). Ook elders in de bijbel wordt gezinspeeld op voorspraak en bijstand (Gen. 18:23-33; Ex. 32:11 w; 1 Sam. 15:11; Zach. 3:1-5). Datgene, wat wij onder ‘troosten’ verstaan doet de HEER aan hen die lijden (Ps. 86:17; Jes. 40:1; 49:13). In dit opzicht is God vrouwelijk: ‘Zoals iemands moeder hem troost, zo zal Ik u troosten’ (Jes. 66:13).