Tabor


Berg op de grens van de stamgebieden van Zebulon, Issakar en Naftali (Joz. 19:12, 22; Richt. 4:6, 12, 14), waarschijnlijk de heilige plaats die bedoeld wordt in Deut. 33:19 en Hos. 5:1. Een oude traditie identificeert de berg der verheerlijking (Matt. 17:1) als de Tabor.