Zie ook: Dorp, Jeruzalem.
Zowel in het o. als het n.t. wordt gesproken van dorpen en steden. De laatste zijn ommuurde woonplaatsen (Lev. 25:29). Hun bouw wordt bevorderd door de nabijheid van een of meerdere bronnen, landbouwgronden, wegen en natuurlijke bescherming. Wanneer men er in slaagt waterreservoirs te maken waarin regenwater wordt bewaard, is de eerste voorwaarde niet meer doorslaggevend. Het wonen van mensen in open dorpen (Deut. 3:5) wordt mogelijk als er sprake is van min of meer veilige landsgrenzen en de aanwezigheid van een leger. Deze dorpen zijn de ‘dochters’ (NBG: onderhorige plaatsen) van de nabijgelegen stad (Joz. 17:11; Richt. 11:26). Om een indruk van de omvang van oude steden te geven: een oppervlakte van 2-5 ha hadden: Mizpa, Jericho, Jebus, Dibon, Astarot, Sichem, BetSemes; van 5-10 ha: Megiddo, Geser, Askalon, Hazor, Samaria; van 10-30 ha: Jeruzalem (in de 7e eeuw); meer dan 50 ha: Samaria, Jeruzalem en Askalon in de Romeinse tijd.