Sodom


Stad aan de z.o. oever van de Dode Zee gelegen (Gen. 14:2 v), die met Gomorra als straf voor zijn zonden werd vernietigd (Gen. 19:24 v). Het lot van deze steden is spreekwoordelijk geworden (Jes. 1:9; 13:19; Jer. 49:18; Matt. 10:15). De zonde van Sodom’ (Gen. 18:20) is op grond van het in Gen. 19:5 v beschreven gedrag als ‘sodomie’, homoseksualiteit, uitgelegd.
Joodse traditie spreekt echter vooral over ongastvrijheid, onherbergzaamheid, terwijl Jer. 23:14 echtbreuk en leugen noemt en Ez. 16:49 denkt aan overdaad en zorgeloosheid der inwoners die behoeftigen niet helpen (Vgl. Jes. 3:9 vv; Openb. 11:8: Jeruzalem is Sodom).