Het vragen door de hulp- en rechteloze om lijfsbehoud of redding (Gen. 42:21; Est. 8:3; Spr. 18:23; Matt. 8:31; 18:26). Het is in het bijzonder het roepen tot God van hen die in het nauw gebracht zijn (1 Kon. 8:33; 2 Kron. 6:24; Ps. 17:1; Dan. 6:12; Ef. 6:18; Hebr. 5:7). De kwalificatie van bidden als smeken accentueert de hulp- en rechteloosheid van mensen voor God (Fil. 4:6; 1 Tim. 2:1).